Het basisprincipe van handel : De klant wil alleen datgene wat hij wenst en alleen maar ontvangen datgene wat hem door jou beloofd is. Vooral bij promotie en verkoop van producten of diensten worden dikwijls beloftes gedaan die niet waargemaakt worden. Het is daarom dubbel belangrijk om te beseffen dat jij uitsluitend dingen toezegt die ook uitkomen. Vroeg of laat zal een valse belofte negatieve weerslag krijgen op je activiteit en dat zal zeker de oorzaak worden van een dalende omzet. Een goede verkoop is meestal gebaseerd op een zorgvuldige voorbereiding. Na die voorbereiding komt het er vooral aan om de non-verbale communicatiekanalen optimaal te gebruiken.

De volgende eigenschappen doen daarbij hun positieve taak:

  1. Er goed uitzien. Een prettig voorkomen met een sterke houding met een rustige hulpvaardige uitstraling met de juiste gebaren.
  2. Een prettige stem met goed taalgebruik, het laten vallen van effectpauzes en variatie in spreeksnelheid. Spreek bondig zonder wollig taalgebruik.
  3. Het gebruik maken van goede karaktereigenschappen zoals eerlijkheid, vriendelijkheid, beleefdheid, tact en hulpvaardigheid.
  4. De aandacht en enthousiasme vasthouden door vooral persoonlijk interesse te tonen.
  5. Check of je boodschap voldoende is overgekomen met de gewenste reactie.

Dit alles is ook samen te vatten in  de kreet:                                                                                                                        Verkoop is: AANDACHT, AANDACHT EN OPRECHTE AANDACHT.

Het koopproces van een gemiddelde klant gaat normaliter in een vaste volgorde. Daarom zal de consument gevangen moeten worden door middel van de volgende vijf K’s. Die luiden:

  1. KOMEN Je moet je zo aantrekkelijk mogelijk voordoen zodat de klant gemakkelijk binnenstapt. De toegangsdrempel bij winkel of marktkraam moet dus letterlijk en figuurlijk laag zijn.
  2. KIJKEN De product-presentatie moet uitnodigend en overzichtelijk zijn en de prijs moet duidelijk leesbaar zijn aangebracht.
  3. KIEZEN De klant moet met of zonder hulp van de verkoper tot een keuze kunnen komen. Let op dat een te klein maar ook een te groot aanbod de keuze juist moeilijk maakt.
  4. KEUREN Er zijn producten die gekeurd, geproefd, gewogen of gedemonstreerd worden om vast te stellen of dit de juiste keuze is en aan de gestelde wensen en eisen voldoet.
  5. KOPEN Indien men heeft vastgesteld dat dit de juiste keuze is gaat men pas over tot koop. Beslissen is voor sommige klanten moeilijk en zij zullen daarbij door de verkoper over de schreef geholpen moeten worden.