Wie net als zelfstandige gestart is, kan door gebrek aan ervaring en inzicht gemakkelijk fouten maken. Hieronder volgt een aantal van de meest voorkomende beginnersfouten. Lees deze tweemaal door, zodat de kans gering wordt dat jij ze ook maakt. Bekende beginnersfouten zijn:

  1. Je kent de kosten onvoldoende. Je kent je lasten nog niet nauwkeurig of er ijlen kosten na waarmee je geen rekening hebt gehouden. Als later de kosten (veel) hoger blijken te zijn, ben je van een verkeerde winstprognose uitgegaan en die is later moeilijk bij te stellen. Win in de beginfase en bij elke verandering daarna calculatieadviezen in bij leveranciers, ervaren ondernemers of accountants.
  2. Je privéuitgaven zijn te hoog, zeker in verhouding tot wat een zaak in opbouw kan opbrengen. Jij als jonge ondernemer dient samen met je partner of alleen de eerste jaren sober te leven en bereid zijn je het een en ander te ontzeggen.
  3. Je kent je beperkingen niet. Je investeringen zijn te hoog en je neemt te snel personeel aan. Beperk de risico’s, houd de aanloopkosten laag en begin klein. Groot denken komt later wel als je concept eenmaal bewezen heeft succesvol te zijn.
  4. Versnipperde reclame en promotie. Deze kosten zijn veelal te hoog of versnipperd en de opbrengst dikwijls te gering. Een onpartijdig advies is moeilijk te krijgen, hoe serieus een extern bureau het ook bedoelt. Bijna iedereen maakt op dit gebied beginnersfouten voordat zij grip op de situatie krijgen.
  5. Een slechte verkoopvoorbereiding. Beperkte kennis van de producten, de markten en de concurrentie, een onvoldoende doordacht marketingplan en onprofessionele offertes brengen niet genoeg verkoopresultaten voor succes.
  6. De omzetsnelheid blijft achter. Omzet en omzetsnelheid moeten uit elkaar gehouden worden. Nog groter is de kloof tussen omzet en brutowinst. Wat te lang onverkocht blijft, betekent dood kapitaal. Volle schappen en financieringskosten. Een vlotte doorstroming bij geringe voorraden is een voorwaarde voor zelffinanciering.
  7. De belasting en premies. De fiscus slaat niet meteen toe, maar is het tweede en derde jaar wel aanwezig en vak net als het slecht uitkomt. Staat je partner bij jou op de loonlijst? GAK en fiscus werken heel nauw samen. Betalen vooraf en vorderingen achteraf, een breekpunt bij jonge ondernemers met weinig reserves.
  8. Te goed van vertrouwen, te nonchalant in de afspraken. De enthousiasteling kent nog geen valkuilen en wil graag geloven wat hij hoopt. Ervaren rotten zijn je vaak te slim af, proberen je uit of trachten je klem te zetten. Raadpleeg daarom van het begin af aan een jurist. Dat kan veel ontgroeningsonheil voorkomen.
  9. Te soepel met debiteuren. Veel ondernemers zijn te aardig tegen hun debiteuren en durven geen aanmaningen te sturen. Factureer zelf netjes op tijd, hanteer betaling- en leveringscondities en zit erbovenop.
  10. Te veel en te lang op krediet leveren. Een jonge ondernemer heeft elke euro hard nodig. Je vorderingen moeten daarom zo snel mogelijk binnenkomen. Desnoods geef je wat korting op een versnelde betaling. Maak van termijnbetaling een NETTO omrekening zodat je nu (weliswaar wat minder) geld ziet en minder leent.
  11. Je administratie is niet op orde. Bij een beginnend ondernemer is de administratie vaak het stiefkind, vooral als de ondernemer uitsluitend commercieel of technisch onderlegd is. Vanaf dag één moet een accountant of administrateur de boel bewaken en zo nodig aan de bel trekken. Hij moet aan jou de kosten en baten zichtbaar maken en zo het licht laten schijnen op sterke en zwakke punten.
  12. Je maakt wel omzet maar geen winst. Veel ondernemers nemen graag het woord omzet in de mond. Geïsoleerd van andere gegevens zegt dat woord niet erg veel. Het belangrijkste van je eigen zaak is niet de grootte van de omzet maar de grootte van wat je overhoudt: de winst. De omvang van het bedrijf doet niet ter zake.