ALTERNATIEVE VERDIENMODELLEN (blog 453)
Het verdienmodel (ook wel winstmodel genoemd) is een begrip dat de laatste tijd steeds vaker gebruikt wordt. We verstaan eronder de welke wijze waarop de onderneming geld verdient en dan bedoelen we hier het belangrijkste deel van de netto-inkomsten. Vroeger zei men: Waar eet je van? Niet de omzet telt maar de winst. Nu heb je dat bij het opzetten van je ondernemingsplan natuurlijk aangegeven maar ook als die plannen uitkomen, is het goed om naar alternatieve (neven)inkomsten te kijken. Natuurlijk kun je prima een combinatie van verdienmodellen toepassen, zoals de advocaat die per uur betaald wordt maar zelf een boekje uitgeeft of de organist die naast de concerten, die hij geeft, cd’s verkoopt en ook nog pianoles geeft. Er bestaan de volgende mogelijkheden:
- Het uurtje-factuurtje-model Je wordt per uur betaald. Je weet waar je aan toe bent. Je uur-prijs staat vast en naast je niet declarabele uren kun je aardig begroten wat je inkomen kan worden. Denk aan de boekhouder die je twee uur berekent als hij voor je werkt.
- Het handelsmodel Je verhandelt goederen (van bloemen tot auto’s) of diensten en tracht tussen de inkoop- en verkoopprijs een fatsoenlijke marge te maken. Ook een dienst kan als handelsmerk aangemerkt worden als die een vaste prijs heeft. Denk aan de zanger die een halfuur komt optreden voor een vaste prijs.
- Het servicemodel Je verhandelt een product tegen een heel scherpe prijs en hoopt dat het daarna via service, reparaties of onderhoudscontracten de nodige omzetten genereert. De auto-industrie moet het tegenwoordig niet meer hebben van de winst op de verkoop maar van de serviceafdeling net zoals de Cv-ketel.
- Het advertentiemodel Het lokale sufferdje, het zakenblad of de krantenwebsite, die voor de lezer geheel gratis is, wordt betaald door advertentie-inkomsten. De krantlezer is dus niet je doelgroep maar het bedrijf dat graag een advertentie geplaatst ziet.
- Het abonnementsmodel Diensten die je op regelmatige basis aanbiedt, kun je factureren op basis van een abonnement. Denk eens aan het weekblad maar ook aan een maandelijkse web-uitgave die je uitsluitend kunt inkijken als je abonnementsgeld betaalt. Hiermee bind je je klant.
- Het veilingmodel Bij dit model ontvangt de ondernemer veilingkosten van de koper. Hij hoeft zelf geen producten in te kopen en ook niet voor kopers te zorgen. As intermediair loopt hij hier weinig risico’s mee.
- Het lokaasmodel Bij deze wijze van ondernemen verkoop je een product bijna tegen kostprijs en je legt een behoorlijke marge op het bijproduct dat mensen verplicht zijn om bij jou te kopen. Denk eens aan je printer die in verhouding niets kost en de toners die te dik betaald worden. Als klantenbinder zegt de fabrikant dan ook nog dat de garantie verloopt indien er toners van anderen gebruikt worden.
- Het freemiummodel Dit model lijkt op een combinatie van het lokaasmodel en betaalde diensten omdat het gratis wordt aangeboden. Je denkt iets voor niets te krijgen maar moet bijbetalen om voldoende snel te internetten of muziek te luisteren maar je moet wel betalen om van alle vervelende reclame af te zijn.
- Het intermediairmodel Deze manier van ondernemen betekent intermediair zijn tussen aanbieder en cliënt zonder noodzakelijkerwijs daar enige activiteit voor te verrichten. Een voorbeeld is de makelaar die je doorstuurt naar de notaris of de tandarts die je doorstuurt naar de tandtechnieker maar daar wel provisie voor ontvangt.
- Het mixturemodel Van goederen naar diensten en andersom: De zanger die erbij schnabbelt met een reclameboodschap, de kok die ook een kookboek uitgeeft, de onkostenadviseur die aan anderen zijn formule verkoopt d.m.v. franchise of de alternatieve genezer die ernaast kruiden of mineralen verkoopt.